Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Groningen. De zaak betreft de aanvraag van betrokkene, geboren op 25 november 1989, voor een uitkering op grond van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong), die op 6 september 2010 was ingediend. De aanvraag werd aanvankelijk afgewezen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Svb), maar na bezwaar werd de uitkering met terugwerkende kracht vanaf 27 december 2010 toegekend. Betrokkene stelde dat hij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was, wat leidde tot een geschil over de ingangsdatum van de uitkering.
De rechtbank had het beroep van betrokkene gegrond verklaard en de ingangsdatum van de uitkering vastgesteld op 6 september 2010. In hoger beroep voerde de Svb aan dat betrokkene niet voldeed aan de voorwaarden voor volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid zoals gesteld in artikel 2:4 van de Wet Wajong. De Raad beoordeelde de medische situatie van betrokkene, die ernstige gevolgen ondervond van misbruik in zijn jeugd, en concludeerde dat er op dat moment geen blijvend ontbreken van mogelijkheden tot arbeidsparticipatie was. De Raad oordeelde dat de Svb terecht het recht op uitkering van betrokkene niet eerder dan 16 weken na de aanvraag had vastgesteld.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van betrokkene ongegrond. De Raad concludeerde dat de Svb voldoende onderbouwing had geleverd voor de beslissing en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.