Uitspraak
OVERWEGINGEN
15 november 2010 herroepen. De rechtbank heeft zich op het standpunt gesteld dat uit de beschikbare gegevens die ten grondslag liggen aan het destijds gegeven GMD-advies van
21 mei 1993 ondubbelzinnig blijkt dat de ziekmelding van appellant van 1 maart 1991 heeft geresulteerd in een weigering van de WAO-uitkering. Dat geen weigeringsbesluit aanwezig is, doet daaraan volgens de rechtbank niet af. De rechtbank heeft geoordeeld dat het Uwv niet bevoegd was opnieuw over de aanspraken van destijds te beslissen.
15 november 2010 is beslist. De rechtbank heeft dit miskend, zodat de aangevallen uitspraak niet in stand kan blijven.
arts-assistent psychiatrie van het[ziekenhuis] vermeldt in de brief van 11 februari 1992 dat de klachten in 1988 na het overlijden van de moeder van appellant zijn verergerd, en geeft als diagnose schizotypische persoonlijkheid en spreekt over een persoonlijkheidsstoornis. Hoewel appellant op 1 maart 1991 uitviel vanwege kaakproblemen blijkt uit het medisch resumé van verzekeringsgeneeskundige Y.A.J. Lamers-Eurlings en de medische kaart dat appellant toen ook volledig psychisch decompenseerde, met opname als gevolg. Dat een aanstellingskeuring heeft plaatsgevonden behoeft, zo blijkt ook uit de uitspraak van de Raad van 31 oktober 2012 (ECLI:NL:CRVB:2012:BY2276) aan dit oordeel niet af te doen. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat de aanstellingskeuring gelet op de daarbij volgens het formulier aan de orde zijnde onderwerpen slechts beperkt de psychische situatie in ogenschouw neemt en de keuringsarts nadien volgens de aantekeningen op de medische kaart op 17 september 1991 heeft vermeld dat appellant de vragenlijst bij de keuring niet geheel correct lijkt te hebben ingevuld. Evenmin kan uit de brieven van het[centrum] van 28 augustus 2006 en van Orbis Geestelijke Gezondheidszorg van 31 augustus 2010, waarin is weergegeven dat appellant vanaf 1996 in behandeling is, en in 2005 de diagnose schizofrenie is gesteld, worden afgeleid dat eerst toen serieuze psychische problemen zijn gaan spelen en niet reeds ten tijde hier van belang.