ECLI:NL:CRVB:2014:1758
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring bezwaar wegens termijnoverschrijding en medische omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellante had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, dat haar persoonsgebonden budget (pgb) voor hulp bij het huishouden had ingetrokken en teruggevorderd. Het college verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat het bezwaarschrift na de wettelijke termijn was ingediend. De rechtbank bevestigde deze beslissing.
Appellante stelde in hoger beroep dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was vanwege ernstige gezondheidsproblemen, waaronder een depressie en hartklachten. Ze had medische verklaringen overgelegd ter ondersteuning van haar standpunt. De Raad oordeelde echter dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat zij gedurende de bezwaartermijn niet in staat was om tijdig bezwaar in te dienen. De Raad benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van appellante was om, ook bij ziekte, haar post bij te houden en tijdig bezwaar te maken of hulp in te schakelen.
De Raad concludeerde dat de aangevoerde medische omstandigheden niet voldoende waren om de termijnoverschrijding te rechtvaardigen. De eerdere uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 16 mei 2014.