ECLI:NL:CRVB:2014:1663
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vervallenverklaring van een eerdere uitspraak wegens schending van het recht op een eerlijk proces
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 mei 2014 uitspraak gedaan over een verzoek tot vervallenverklaring van een eerdere uitspraak van de Raad van 12 december 2012. Appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat, heeft aangevoerd dat haar recht op een eerlijk proces is geschonden omdat zij geen uitnodiging heeft ontvangen voor de zitting van 31 oktober 2012. De Raad heeft vastgesteld dat de uitnodiging weliswaar per aangetekende post was verzonden, maar dat de ontvangst daarvan niet kon worden aangetoond. De Raad heeft geconcludeerd dat appellante niet in staat is gesteld om haar standpunt toe te lichten tijdens de zitting, wat een schending van haar procesrechten met zich meebracht.
De Raad heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat een uitspraak vervallen kan worden verklaard indien een belanghebbende in zijn processuele belangen is geschaad door het niet in acht nemen van een voorschrift van openbare orde. In dit geval was er geen bewijs dat de uitnodiging voor de zitting daadwerkelijk was ontvangen door de gemachtigde van appellante. De Raad heeft daarom geoordeeld dat de eerdere uitspraak niet rechtsgeldig tot stand is gekomen en heeft deze vervallen verklaard.
Daarnaast heeft de Raad het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) veroordeeld in de kosten van rechtsbijstand van appellante, die zijn begroot op € 730,50. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met G.A.J. van den Hurk als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.