ECLI:NL:CRVB:2014:1624
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag tot voortzetting van indicatie voor de functie Begeleiding Individueel klasse 3
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, geboren in 1944, heeft beperkingen door verschillende medische aandoeningen en heeft een aanvraag ingediend bij het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) voor voortzetting van zijn indicatie voor de functie Begeleiding Individueel (BI) klasse 3. CIZ heeft deze aanvraag afgewezen en in plaats daarvan een indicatie voor BI klasse 2 toegekend. De appellant heeft in hoger beroep geen nieuwe gronden aangevoerd en heeft zich beperkt tot het herhalen van eerder aangevoerde bezwaren. De Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank in de eerdere uitspraak voldoende gemotiveerd heeft toegelicht waarom de indicatie van CIZ toereikend was en dat er geen aanleiding was om aan de conclusies van de indicatieadviseur te twijfelen. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en bevestigt de aangevallen uitspraak. De door appellant overgelegde medische stukken leiden niet tot een ander oordeel, aangezien deze niet aantonen dat de indicatie voor BI klasse 2 onvoldoende zou zijn. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.