Uitspraak
OVERWEGINGEN
15 november 2012 en een besluit van 25 februari 2013 tot toekenning aan haar van een (Wajong)-uitkering op grond van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten met ingang van 12 april 2013.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Maastricht. De zaak betreft de intrekking van een werkleeraanbod en een inkomensvoorziening aan appellante, die niet heeft voldaan aan haar medewerkingsverplichting door zonder bericht van verhindering niet op uitnodigingen voor gesprekken te verschijnen. Het college van burgemeester en wethouders van Heerlen had appellante op 1 juli 2010 een werkleeraanbod gedaan in het kader van de Wet investeren in jongeren (WIJ) en een inkomensvoorziening toegekend. Appellante ontving echter geen vervolg op het werkleeraanbod en werd uitgenodigd voor gesprekken op 11 en 25 februari 2011, maar verscheen op beide data niet. Het college heeft daarop de intrekking van het werkleeraanbod en de inkomensvoorziening per 11 februari 2011 doorgevoerd, omdat appellante haar medewerkingsverplichting niet was nagekomen. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante betoogd dat het college haar niet had mogen uitnodigen voor een gesprek en dat haar psychische problematiek een rol speelde in haar verzuim om te reageren. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante, ondanks haar psychische problemen, in staat was om op andere momenten adequaat te reageren en dat haar het verzuim om te verschijnen te verwijten viel. De Raad heeft bevestigd dat het college bevoegd was om het werkleeraanbod in te trekken en dat de intrekking van de inkomensvoorziening rechtmatig was. De beroepsgronden van appellante zijn verworpen, en de uitspraak van de rechtbank is bevestigd.