ECLI:NL:CRVB:2014:1593
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- J.J.A. Kooijman
- W. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Aansluitende uitkering op grond van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair onderwijs
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Almelo, waarbij de rechtbank het besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft vernietigd. De zaak betreft de toekenning van een aansluitende uitkering op basis van artikel 8 van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair onderwijs (BBWO). De betrokkene had bezwaar gemaakt tegen de duur van de uitkering en het uitblijven van de uitbetaling over juni 2011. De minister had het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard, maar de rechtbank oordeelde dat de minister onvoldoende had gemotiveerd dat zijn uitbetalingsbeleid gelijk was aan dat van het UWV en Loyalis.
Tijdens de zitting op 13 maart 2014 heeft de betrokkene zijn standpunt toegelicht, waarbij hij stelde dat de minister ten onrechte een nieuwe beslissing op bezwaar had genomen. De minister verdedigde zijn standpunt door te stellen dat de uitkering conform de regelgeving was uitbetaald. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen het besluit van 4 december 2012 betrokken en geconcludeerd dat de rechtbank niet had onderkend dat de betaalbaarstelling van de aansluitende uitkering binnen de grenzen van de Wet Werkloosheid (WW) blijft.
De Raad heeft uiteindelijk de aangevallen uitspraak vernietigd en het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard. Tevens is het besluit van 4 december 2012 vernietigd, omdat het geen grondslag meer had. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 24 april 2014.