ECLI:NL:CRVB:2014:1504
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van wrakingsverzoeken in bestuursrechtelijke zaak tegen de Sociale Verzekeringsbank
In deze zaak heeft verzoeker, woonachtig in België, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Voor de aanvang van het onderzoek ter zitting heeft verzoeker verzocht om wraking van de behandelend rechters, mr. T.L. de Vries en prof. mr. F.A.M. Stroink. De wrakingsverzoeken werden behandeld op 11 november 2013, maar verzoeker en de rechters verschenen niet. De wrakingskamer heeft de verzoeken op 18 november 2013 afgewezen.
Op 22 januari 2014 ontving verzoeker een uitnodiging voor een zitting op 28 februari 2014, waarbij de behandelend rechters mr. M.M. van der Kade, mr. T.L. de Vries en mr. H.J. Simon waren. Verzoeker diende opnieuw wrakingsverzoeken in tegen deze rechters. De rechters gaven aan dat de gronden voor wraking niet voldoende waren. De behandeling van de wrakingsverzoeken vond plaats op 7 april 2014, waarbij verzoeker en mr. Van der Kade niet verschenen, en de andere rechters afzagen van hun aanwezigheid.
De Centrale Raad van Beroep overwoog dat een wrakingsverzoek moet zijn gebaseerd op feiten die specifiek betrekking hebben op de persoon van de rechter. De primaire wrakingsgrond van verzoeker, dat de Raad niet bevoegd zou zijn, werd als niet-ontvankelijk beschouwd. De Raad concludeerde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de rechters.
De Centrale Raad van Beroep heeft de verzoeken om wraking afgewezen en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gedaan op 1 mei 2014.