ECLI:NL:CRVB:2014:1487

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 april 2014
Publicatiedatum
2 mei 2014
Zaaknummer
12-3900 AW-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van de uitspraak inzake griffierecht door de Centrale Raad van Beroep

Op 24 april 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 12/3900 AW-R. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 27 februari 2014. In de oorspronkelijke uitspraak was een kennelijke fout vastgesteld met betrekking tot de vergoeding van het griffierecht dat aan appellante diende te worden terugbetaald. De Raad had ten onrechte bepaald dat het college aan appellante een bedrag van € 156,- zou vergoeden, terwijl dit bedrag in werkelijkheid € 384,- diende te zijn.

De Raad heeft partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op het voornemen om de uitspraak te verbeteren, maar beide partijen hebben van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. De Raad heeft vervolgens besloten om de vergissing te rectificeren en de uitspraak van 27 februari 2014 aan te passen.

In de rectificatie is de bepaling over het griffierecht gewijzigd, zodat het college nu verplicht is om het juiste bedrag van € 384,- aan appellante te vergoeden. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl, en de oorspronkelijke uitspraak zal worden verwijderd. Het ECLI-nummer van de gerectificeerde uitspraak blijft gelijk aan dat van de oorspronkelijke uitspraak. De beslissing is openbaar uitgesproken op 24 april 2014.

Uitspraak

12/3900 AW-R
Datum uitspraak: 24 april 2014
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 27 februari 2014, 12/3900 AW
Partijen:
[appellante]te ’[woonplaats] (appellante)
het college van burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage (college)
PROCESVERLOOP
De Raad heeft vastgesteld dat zijn uitspraak van 27 februari 2014 een kennelijke fout in de beslissing bevat.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over het voornemen van de Raad om de uitspraak te verbeteren.
Partijen hebben van die gelegenheid geen gebruik gemaakt.

OVERWEGINGEN

1.
De Raad heeft vastgesteld dat in de beslissing van de uitspraak ten onrechte is bepaald dat het college aan appellante het door haar in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 156,- in plaats van ten bedrage van € 384,- vergoedt.
2.
De Raad zal de onder 1 vermelde vergissing herstellen door de uitspraak van
27 februari 2014 met het hiervoor vermelde bedrag te rectificeren.
3.
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl en de oorspronkelijke uitspraak zal daaruit worden verwijderd. Het ECLI-nummer van de gerectificeerde uitspraak zal gelijk zijn aan dat van de oorspronkelijke uitspraak.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 28 februari 2014, 12/3900 AW, als volgt:
de griffierechtbepaling in de beslissing wordt gewijzigd in:
“- bepaalt dat het college het door appellante in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van in totaal € 384,- vergoedt.”
Deze uitspraak is gedaan door R. Kooper als voorzitter en J.J.A. Kooijman en
B.J. van de Griend als leden, in tegenwoordigheid van P. Uijtdewillegen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 24 april 2014.
(getekend) R. Kooper
(getekend) P. Uijtdewillegen

HD