Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank ’s-Gravenhage. De appellant, die op 6 januari 2009 wegens longklachten uitviel als betonijzervlechter, had een aanvraag voor een WIA-uitkering ingediend. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had deze aanvraag op 22 november 2010 afgewezen, omdat appellant per 4 januari 2011 minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad.
De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de medische en arbeidskundige grondslagen van het bestreden besluit deugdelijk waren. Appellant had in hoger beroep dezelfde gronden aangevoerd als in de eerdere procedure, maar de Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank. De door appellant overgelegde medische verklaringen van na de datum in geding werden niet als relevant beschouwd, omdat deze niet konden bijdragen aan de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid op het moment van de beslissing van het Uwv.
De Raad bevestigde dat de geselecteerde functies voor appellant passend waren en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de conclusies van de bezwaararbeidsdeskundige. De argumenten van appellant over de medische beperkingen en de geschiktheid voor de functies werden verworpen. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank, zonder veroordeling in proceskosten of schadevergoeding.