ECLI:NL:CRVB:2014:1423
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Heropening van de procedure inzake schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke zaken
In deze zaak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht van 7 augustus 2012, waarin schadevergoeding werd gevraagd wegens overschrijding van de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM). De Centrale Raad van Beroep heeft in een eerdere uitspraak van 19 juni 2013 (ECLI:NL:CRVB:2013:776) bepaald dat het onderzoek heropend moest worden ter voorbereiding van een nadere uitspraak over het verzoek om schadevergoeding. De Raad heeft de Staat der Nederlanden als partij in deze procedure aangemerkt, naast het college van burgemeester en wethouders van Zeist.
Tijdens de behandeling heeft het college, vertegenwoordigd door T. Kamphuis, en de Staat, vertegenwoordigd door drs. B.E.J. Klein-Schiphorst, schriftelijk gereageerd. Verzoeker heeft ook schriftelijk gereageerd via mr. G.B.A. Bol. De Raad heeft besloten dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, met toestemming van de partijen, en heeft het onderzoek gesloten.
De Raad heeft vervolgens beoordeeld of de redelijke termijn door de hogerberoepsrechter is overschreden. De behandeling van het hoger beroep is gestart op 12 september 2012. De Raad concludeert dat de termijn van twee jaar, die geldt voor de hoger beroepsprocedure, niet is overschreden tot de datum van de uitspraak op 19 juni 2013. Daarom wordt het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn afgewezen. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.