Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de herziening van de toekenning van een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS) aan een betrokkene die een VAVO-opleiding volgde aan het ROC Kop van Noord-Holland. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap had eerder een tegemoetkoming toegekend voor de periode van augustus 2009 tot en met juni 2010, maar na een controle in 2011 bleek dat de betrokkene in deeltijdonderwijs was ingeschreven, wat betekende dat zij niet voldeed aan de vereiste studielast van 850 klokuren per schooljaar. De Minister heeft daarop de toekenning van de tegemoetkoming herzien, wat leidde tot bezwaar van de betrokkene. De rechtbank Noord-Holland verklaarde het beroep van de betrokkene gegrond en vernietigde het besluit van de Minister, maar de Minister ging in hoger beroep.
In hoger beroep heeft de Minister aangevoerd dat de schoolverklaringen en het registratiesysteem bevestigen dat de betrokkene deeltijdonderwijs volgde. De betrokkene betwist dit en stelt dat eerdere besluiten haar het vertrouwen hebben gegeven dat zij recht had op de tegemoetkoming. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Minister terecht heeft geconcludeerd dat de betrokkene niet voldeed aan de voorwaarden voor de tegemoetkoming, aangezien de schoolverklaringen onvoldoende bewijs boden dat zij recht had op de tegemoetkoming. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van de betrokkene ongegrond, waarmee de herziening van de tegemoetkoming door de Minister wordt bevestigd.