Uitspraak
OVERWEGINGEN
€ 1.000,- aangewezen.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in de bezwaarfase aan de orde was. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de behandeling van het bezwaar door het College voor zorgverzekeringen (Cvz) meer dan een jaar heeft geduurd, terwijl een redelijke termijn van zes maanden in beginsel wordt aangenomen. De Raad heeft in eerdere uitspraken aangegeven dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM), is overschreden. In dit geval heeft de Raad geconcludeerd dat de overschrijding in de bezwaarfase met negen maanden is vastgesteld, wat leidt tot de toewijzing van een schadevergoeding van € 1.000,- aan verzoeker. De Raad heeft daarbij geen aanleiding gezien om de langere behandelingsduur te rechtvaardigen, ondanks de argumenten van Cvz over de complexiteit van de zaak en het aantal soortgelijke zaken. De uitspraak is gedaan in het openbaar op 2 april 2014, waarbij de Raad de Cvz heeft veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding aan verzoeker.