ECLI:NL:CRVB:2014:1114
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- M.M. Spaans
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van hoger beroep inzake AOW-pensioen en termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Amsterdam. De appellanten, die in Spanje wonen, hebben hoger beroep ingesteld tegen beslissingen van de Sociale verzekeringsbank (Svb) die hen mededeelden dat zij vanaf maart 2006 samenwonen en dat zij recht hebben op AOW naar de norm voor samenwonenden. De Svb heeft echter ook te veel betaalde AOW teruggevorderd en boetes opgelegd. De appellanten hebben bezwaar gemaakt, maar de Svb verklaarde deze bezwaren niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de bezwaartermijn.
De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard, maar de appellanten stelden in hoger beroep dat de bezwaartermijnen niet duidelijk waren vermeld in de beslissingen van de Svb. De Raad oordeelde dat de appellanten niet tijdig bezwaar hebben gemaakt en dat de overschrijding van de termijn niet verschoonbaar was. De Raad benadrukte dat het risico van het niet ontvangen van post voor rekening van de verzender komt, en dat er geen onafhankelijk bewijs was dat de bezwaarschriften tijdig waren verzonden.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en oordeelde dat de hoger beroepen vergeefs waren ingesteld. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten, en dat de uitspraak openbaar is gedaan op 4 april 2014.