ECLI:NL:CRVB:2014:1100
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R. Kooper
- J.J.A. Kooijman
- B.J. van de Griend
- Rechtspraak.nl
Strafontslag van brandweerman wegens plichtsverzuim en betrokkenheid bij hennepplantage
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een brandweerman die onterecht is ontslagen wegens plichtsverzuim. De betrokkene was werkzaam als brandweerman en werd geconfronteerd met een strafontslag na de ontdekking van een hennepplantage in de woning waar hij woonde. Op 20 mei 2010 ontdekte een medewerker van het energiebedrijf onregelmatigheden aan de elektrische installatie van het pand, waarna de politie een hennepplantage aantrof. De brandweerman werd aangehouden, maar later vrijgesproken van strafbare feiten in verband met de plantage. Desondanks legde het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Haaglanden hem een disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag op, wat leidde tot bezwaar en een rechtszaak.
De rechtbank 's-Gravenhage verklaarde het beroep van de brandweerman gegrond en vernietigde het ontslagbesluit, maar het Algemeen Bestuur ging in hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de brandweerman, naast een onterechte ziekmelding, ook plichtsverzuim had gepleegd door niet op te treden tegen de hennepplantage. De Raad benadrukte dat van een brandweerman verwacht mag worden dat hij zich niet inlaat met de teelt van hennep, gezien de risico's voor zijn integriteit en de veiligheid van anderen. De Raad oordeelde dat de bewijsregels in het ambtenarentuchtrecht minder streng zijn dan in het strafrecht, en dat er voldoende grond was om het ontslag te rechtvaardigen. Uiteindelijk vernietigde de Raad de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep ongegrond, waardoor het ontslag in stand bleef.