ECLI:NL:CRVB:2014:1054
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verhuiskostenvergoeding op basis van financiële overwegingen en gebrek aan causaal verband
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een verhuiskostenvergoeding aan appellante, die als gevolg van een hersenstambloeding rolstoelgebonden is. Appellante had in 2012 een aanvraag ingediend voor een verhuiskostenvergoeding na haar terugverhuizing naar haar koopwoning in [woonplaats]. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Velsen, omdat de verhuizing niet voortkwam uit aantoonbare beperkingen bij het gebruik van de woning, maar uit financiële overwegingen. De rechtbank Noord-Holland had eerder het beroep van appellante gegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep bevestigde de afwijzing van de verhuiskostenvergoeding. De Raad oordeelde dat de verhuizing niet kan worden aangemerkt als een verhuizing die zijn oorzaak vindt in de beperkingen van appellante, zoals vereist door de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Velsen 2009. De Raad stelde vast dat appellante geen nieuwe gronden had aangevoerd die de rechtbank tot een ander oordeel hadden moeten brengen. De kosten voor rechtsbijstand in bezwaar werden ook niet vergoed, omdat deze volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht correct waren vastgesteld. De Raad concludeerde dat er geen causaal verband was tussen de gevorderde schade en het bestreden besluit, en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.