ECLI:NL:CRVB:2013:CA3217
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoeken om wraking en misbruik van procesrecht in bestuursrechtelijke zaken
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 juni 2013 uitspraak gedaan over verzoeken tot wraking van de behandelende rechters in verschillende bestuursrechtelijke zaken. De verzoeker, A. te B., had de wrakingskamer en de behandelende rechters gewraakt, maar de Raad heeft deze verzoeken afgewezen. De Raad oordeelde dat het enkele feit dat verzoeker de President van de Raad om ontslag van mr. Zeijen had verzocht, niet voldoende was om diens onpartijdigheid in twijfel te trekken. De leden van de Raad, inclusief de wrakingskamer, worden geacht onpartijdig te zijn. De Raad concludeerde dat verzoeker kennelijk misbruik heeft gemaakt van zijn processuele recht door opnieuw wraking te verzoeken op gronden die eerder al gemotiveerd zijn weerlegd in eerdere uitspraken. Dit leidde tot de beslissing dat toekomstige verzoeken om wraking van de wrakingskamer en de behandelende rechters in deze zaken niet in behandeling zullen worden genomen. De uitspraak is openbaar gedaan en is gebaseerd op eerdere uitspraken van de Raad, waarin de gronden van verzoeker al eerder zijn behandeld en verworpen. De griffier, H.J. Dekker, en de voorzitter, R.M. van Male, hebben de beslissing ondertekend.