ECLI:NL:CRVB:2013:CA0761
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van onverschuldigd betaalde WW-uitkering na startperiode als zelfstandige
In deze zaak gaat het om de terugvordering van een onverschuldigd betaalde WW-uitkering aan appellant, die als zelfstandige is gaan werken. Appellant ontving vanaf 3 april 2006 een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) en kreeg toestemming van het Uwv voor een startperiode als zelfstandige van 19 februari 2007 tot en met 18 augustus 2007. Tijdens deze periode zou 70% van zijn inkomsten als zelfstandige in mindering worden gebracht op de uitkering. Na afloop van de startperiode stelde het Uwv vast dat appellant meer inkomsten had verworven dan het voorschot dat hij had ontvangen, en vorderde een bedrag van € 9.755,20 terug. Appellant maakte bezwaar tegen deze terugvordering, maar het Uwv verklaarde het bezwaar ongegrond en wijzigde het terug te vorderen bedrag naar € 9.754,99.
De rechtbank Rotterdam verklaarde het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond. In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt dat de voorlichting over de berekeningswijze van de WW-uitkering onvoldoende was. Hij stelde dat hij door een medewerker van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) was geïnformeerd dat de WW-uitkering als startkapitaal moest worden gezien, waarvan een deel eventueel terugbetaald zou moeten worden. Het Uwv verdedigde de aangevallen uitspraak en stelde dat appellant op de hoogte had kunnen zijn van de berekeningswijze, die was vastgelegd in het Besluit vaststelling inkomsten startende zelfstandigen WW.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien, en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad benadrukte dat de terugvordering dwingend is voorgeschreven in de WW en dat de financiële of sociale consequenties voor appellant niet voldoende waren om van terugvordering af te zien. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer op 22 mei 2013, waarbij de betrokken rechters de beslissing in het openbaar uitspraken.