ECLI:NL:CRVB:2013:947
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over Wajong-uitkering en hoofdpijnaanvallen
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep wordt de Wajong-uitkering van appellante, die lijdt aan frequente hoofdpijnaanvallen, beoordeeld. Appellante heeft in 2009 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, die haar is toegekend op basis van een mate van arbeidsongeschiktheid van 45 tot 55%. De verzekeringsarts van het Uwv concludeerde dat appellante door haar hoofdpijnklachten niet meer dan 24 uur per week kan werken. Echter, het Uwv heeft geen deugdelijke medische onderbouwing gepresenteerd voor de conclusie dat appellante in staat is om gedurende acht uur per dag te werken.
De Raad heeft vastgesteld dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de frequentie en duur van de hoofdpijnaanvallen van appellante. De medische rapportages van neuroloog dr. W. Voet en bezwaarverzekeringsarts dr. E.M.H. van den Doel ondersteunen de ernst van haar klachten. De Raad concludeert dat het bestreden besluit niet is gebaseerd op een deugdelijke medische grondslag en draagt het Uwv op om binnen zes weken het gebrek in het besluit te herstellen of een nieuw besluit te nemen. De uitspraak benadrukt het belang van een gedegen medische evaluatie in het kader van arbeidsongeschiktheid.
De uitspraak is openbaar gedaan op 10 juli 2013, waarbij de Raad de betrokken partijen heeft gehoord en de argumenten van appellante en het Uwv heeft gewogen. De Raad heeft de zaak in behandeling genomen in het kader van het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht.