Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- veroordeelt het Uwv in de kosten van bezwaar en hoger beroep tot een bedrag van € 1.416,-;
- bepaalt dat het Uwv het door appellante betaalde griffierecht van in totaal € 156,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 juli 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Almelo. De zaak betreft de herbeoordeling van het ZZP-dossier van appellante, die in beroep was gegaan tegen besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met betrekking tot haar WW-uitkering. Appellante had bezwaar gemaakt tegen de herziening van haar uitkering en de oplegging van een boete wegens schending van de mededelingsverplichting. De rechtbank had het beroep van appellante gedeeltelijk gegrond verklaard, maar het Uwv had in hoger beroep bevestigd dat appellante de op haar rustende inlichtingenverplichting had geschonden.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het Uwv niet had gereageerd op verzoeken om informatie van appellante en haar accountant, waardoor appellante in de veronderstelling verkeerde dat zij bepaalde uren niet hoefde op te geven. De Raad concludeerde dat appellante geen subjectief verwijt kon worden gemaakt voor de onvolledige informatieverstrekking. Hierdoor was er geen grond voor het opleggen van een boete. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank voor zover deze betrekking had op de boete en de herziening van de WW-uitkering, en verklaarde de beroepen tegen de besluiten van het Uwv gegrond.
De Raad heeft het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht van appellante. De uitspraak benadrukt het belang van adequate informatieverstrekking door het Uwv en de gevolgen van het niet reageren op verzoeken om informatie voor de beoordeling van de mededelingsverplichting van de aanvrager.