ECLI:NL:CRVB:2013:784
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake persoonsgebonden budget en regie over zorg
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Zorgkantoor Delfland Westland Oostland Nieuwe Waterweg Noord tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had het beroep van betrokkene, die een persoonsgebonden budget (pgb) had aangevraagd, gegrond verklaard en het bestreden besluit van het zorgkantoor vernietigd. Het zorgkantoor had de aanvraag afgewezen op basis van de stelling dat betrokkene, door haar beperkte beheersing van de Nederlandse taal en psychische problemen, niet in staat was om de regie over haar zorg te voeren. De rechtbank oordeelde echter dat betrokkene, met de juiste ondersteuning van derden, wel degelijk in staat kan zijn om deze regie te voeren. Het zorgkantoor ging in hoger beroep en voerde aan dat de aanvrager van een pgb zelf in staat moet zijn om de regie over zijn zorg te voeren en dat betrokkene niet aan deze eis voldeed. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het zorgkantoor onvoldoende had onderzocht of betrokkene met de hulp van derden in staat was om aan de verplichtingen van het pgb te voldoen. De Raad benadrukte dat de hulp van derden niet beperkt hoeft te zijn tot wettelijk vertegenwoordigers of familieleden, maar ook kan komen van professionele hulpverleners. De Raad gaf het zorgkantoor de opdracht om nader onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor betrokkene om met ondersteuning van derden de regie over haar zorg te voeren.