ECLI:NL:CRVB:2013:2951
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om aanvullende regeling inzake pensioenschade na FPU-ontslag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De appellant, die sinds 1981 werkzaam was bij de gemeente Vught, had in 1996 een regeling getroffen met het college van burgemeester en wethouders van Vught, waarbij hij geacht werd om FPU-ontslag per 1 juli 2006 te hebben verzocht. In het kader van deze regeling werd hem een koopsom aangeboden ter compensatie van zijn pensioenschade, die zou ingaan op 1 juli 2010. In 2009 verzocht de appellant om een aanvullende regeling, omdat de pensioenschade volgens berekeningen van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) niet toereikend zou zijn. Het college heeft dit verzoek afgewezen, met de stelling dat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigden.
De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. De Raad overweegt dat de berekening van de pensioenschade door het ABP in 2009 niet relevant is voor het besluit van 1 juni 2006, omdat deze berekening is gebaseerd op regelgeving die in 2009 gold. De Raad concludeert dat de appellant in 2006 akkoord is gegaan met de regeling en dat er geen zeer bijzondere omstandigheden zijn die een andere beslissing rechtvaardigen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van de appellant af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.