ECLI:NL:CRVB:2013:2846
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om algemene bijstand wegens onvoldoende inzicht in financiële situatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht. De appellant, die sinds 24 september 2008 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had een aanvraag voor algemene bijstand ingediend op 25 mei 2010. Deze aanvraag werd afgewezen door het dagelijks bestuur van Werk en Inkomen Lekstroom, omdat de appellant onvoldoende informatie had verstrekt om zijn recht op bijstand vast te stellen. De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, wat de appellant heeft doen besluiten om in hoger beroep te gaan.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de appellant niet aan zijn inlichtingenverplichting heeft voldaan. Dit houdt in dat hij onvoldoende duidelijkheid heeft verschaft over zijn financiële situatie, wat essentieel is voor het vaststellen van het recht op bijstand. De Raad heeft de argumenten van de appellant, waaronder het gebruik van bankrekeningen door meerdere personen en de overmaking van grote bedragen, beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht vraagtekens heeft gezet bij de financiële situatie van de appellant. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, omdat de appellant niet in staat is geweest om de benodigde informatie te verstrekken die nodig is om zijn recht op bijstand vast te stellen.
De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en het voldoen aan de inlichtingenverplichting bij aanvragen om bijstand. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak is openbaar gedaan op 17 december 2013.