ECLI:NL:CRVB:2013:2802
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.J.T. van den Corput
- J.S. van der Kolk
- J. Riphagen
- Rechtspraak.nl
Toekenning IVA-uitkering en verplichting tot afzonderlijke besluiten op bezwaar
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 december 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. Appellante had bezwaar gemaakt tegen de toekenning van een IVA-uitkering door het Uwv, die per 8 november 2007 zou ingaan. Appellante stelde dat het Uwv verplicht was om twee afzonderlijke besluiten op bezwaar te nemen met betrekking tot eerdere besluiten van 9 juli 2008 en 10 februari 2009. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarop zij in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 23 oktober 2013 heeft appellante haar standpunten toegelicht, waarbij zij aanvoerde dat haar psychische beperkingen al eerder dan 8 november 2007 volledig en duurzaam arbeidsongeschikt maakten. De Raad heeft echter geoordeeld dat het Uwv niet verplicht was om twee afzonderlijke besluiten te nemen en dat er geen aanleiding was om appellante te volgen in haar stelling dat zij eerder dan 8 november 2007 volledig arbeidsongeschikt was. De Raad verwees naar eerdere uitspraken en medische rapporten die de stelling van appellante niet ondersteunden.
De Raad heeft ook de bezwaren van appellante met betrekking tot de berekening van het dagloon verworpen. De Raad concludeerde dat het Uwv voldoende inzicht had gegeven in de berekening van het dagloon en dat appellante geen onderbouwing had gegeven voor haar stelling dat het dagloon te laag was vastgesteld. Gelet op deze overwegingen heeft de Raad het hoger beroep van appellante afgewezen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.