ECLI:NL:CRVB:2013:2700
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- H.C.P. Venema
- R.E. Bakker
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering en de beoordeling van duurzame arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de weigering van een WIA-uitkering aan een werknemer die op 11 december 2008 uitviel wegens diverse lichamelijke klachten. De werknemer, werkzaam als hoofd positioners/orthodontisch technicus, verzocht op 6 januari 2010 om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Het Uwv weigerde deze aanvraag op 3 maart 2010, met de motivatie dat de werknemer niet voldeed aan de voorwaarden voor een verkorte wachttijd van 104 weken. Appellante, de werkgever, maakte bezwaar tegen dit besluit, stellende dat de werknemer volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was.
De rechtbank Utrecht verklaarde het beroep van appellante ongegrond, waarna appellante in hoger beroep ging. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het Uwv en de bezwaarverzekeringsarts de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid correct hadden beoordeeld. De Raad benadrukte dat het criterium voor een verkorte wachttijd alleen van toepassing is in gevallen van een medisch stabiele of verslechterende situatie. De Raad concludeerde dat er geen sprake was van een uitbehandelde situatie en dat verbetering van de belastbaarheid van de werknemer niet uitgesloten was.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 6 december 2013, waarbij de deskundigheid van de (bezwaar)verzekeringsarts werd onderstreept in de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid.