Uitspraak
23 mei 2012, 12/103 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
re-integratie van werknemer in het eerste spoor wordt dan ook niet gevolgd. Bovendien past dit standpunt niet binnen het door betrokkene gevoerde beleid in het kader van de Beleidsregels beoordelingskader poortwachter, op basis waarvan na de eerstejaars evaluatie
- het zogenoemde “opschudmoment”- van de werkgever mag worden verwacht dat naast de wellicht nog lopende re-integratie in het eigen bedrijf tevens voorbereidingen worden gestart met het oog op werk bij een andere werkgever (het tweede spoor). Gelet op de voorhanden arbeidskundige rapporten bestond onvoldoende concreet perspectief op duurzame hervatting in het eigen bedrijf bij betrokkene, zodat de re-integratie-inspanningen terecht mede zijn gericht op het tweede spoor. Appellant heeft daarom op onjuiste gronden geconcludeerd dat het eerste spoor ten onrechte vroegtijdig is verlaten, waardoor onvoldoende
re-integratie-inspanningen zijn verricht. Het besluit tot het opleggen van een loonsanctie aan betrokkene is terecht door de rechtbank vernietigd.
BESLISSING
€ 874,-;