ECLI:NL:CRVB:2013:2585
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing WIA-uitkering op basis van medische beoordeling en FML
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 november 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Leeuwarden. De appellant, die zich ziek had gemeld vanwege rug- en psychische klachten, had geen recht op een WIA-uitkering vastgesteld door het Uwv. De Raad oordeelde dat de beschikbare medische gegevens voldoende informatie boden over de gezondheidstoestand van de appellant. De appellant had in hoger beroep geen nieuwe medische stukken overgelegd die de juistheid van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) in twijfel zouden trekken. De Raad benadrukte dat aan een WSW-indicatie geen rechtstreekse betekenis kan worden ontleend voor de vraag of er aanspraak bestaat op een arbeidsongeschiktheidsuitkering, maar dat gegevens uit de WSW wel relevant kunnen zijn voor de beoordeling van de WIA-uitkering. De Raad concludeerde dat de FML correct was en dat de functies die aan de schatting ten grondslag lagen, medisch geschikt waren voor de appellant. Het hoger beroep werd afgewezen en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.