ECLI:NL:CRVB:2013:2477
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- W.F. Claessens
- P.W. van Straalen
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand en terugvordering op basis van schending inlichtingen- en medewerkingsverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstand van appellant, die sinds 20 januari 1997 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht, die op 4 mei 2012 het beroep van appellant ongegrond verklaarde. De intrekking van de bijstand is gebaseerd op het feit dat appellant niet op het door hem opgegeven adres woonachtig zou zijn, wat hij niet kon aantonen. Het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen heeft na een onderzoek, dat werd ingesteld naar aanleiding van anonieme fraudemeldingen, besloten de bijstand van appellant met terugwerkende kracht in te trekken en een bedrag van € 65.965,14 terug te vorderen. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij wel degelijk op het opgegeven adres woonde en heeft bewijsstukken overgelegd ter ondersteuning van zijn standpunt. De Raad heeft echter geoordeeld dat de onderzoeksresultaten van het college voldoende grondslag bieden voor de conclusie dat appellant niet op het opgegeven adres woonde. De Raad heeft daarbij de extreem lage cijfers van het water- en energieverbruik in aanmerking genomen, die niet in overeenstemming zijn met het door appellant geschetste leefpatroon. De Raad heeft ook geoordeeld dat de rechtbank terecht geen deskundige heeft benoemd, omdat appellant zelf al advies had ingewonnen bij een deskundige. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.