ECLI:NL:CRVB:2013:2212
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en schadevergoeding in WAO-zaak na tegemoetkoming door Uwv
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. J.R. Beukema, hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) inzake haar WAO-uitkering. De Centrale Raad van Beroep heeft op 25 oktober 2013 uitspraak gedaan. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv met een gewijzigde beslissing op bezwaar van 18 juni 2013 geheel aan de bezwaren van appellante tegemoet is gekomen, waardoor appellante haar hoger beroep heeft ingetrokken. De Raad heeft de zaak vervolgens behandeld met betrekking tot de verzoeken van appellante om schadevergoeding, waaronder wettelijke rente over de nabetaling en immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.
De Raad heeft in zijn overwegingen de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besproken, met name artikel 8:73a en 8:75a, die betrekking hebben op schadevergoeding bij intrekking van het beroep. De Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn in deze procedure is overschreden, met name door de lange duur van de procedure in de eerste rechterlijke fase. De Raad heeft de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie) als partij in de procedure aangemerkt en het verzoek van appellante om schadevergoeding toegewezen.
De Raad heeft het Uwv veroordeeld tot vergoeding van schade in de vorm van wettelijke rente over de na te betalen uitkering en heeft de proceskosten van appellante in hoger beroep vastgesteld op € 1.416,-. De uitspraak is openbaar gedaan en de Raad heeft de zaak heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak over de gevraagde schadevergoeding.