ECLI:NL:CRVB:2013:2090
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering ziekengeld op grond van niet-verzekerd zijn voor de Ziektewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant had een verzoek ingediend om ziekengeld met terugwerkende kracht vanaf 6 november 1991, maar het Uwv had dit geweigerd op de grond dat appellant niet verzekerd was voor de Ziektewet (ZW). De rechtbank had in haar eerdere uitspraak geoordeeld dat appellant op de betreffende datum niet in dienstbetrekking stond en geen uitkering ontving op basis van de ZW, de Werkloosheidswet of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Hierdoor kon hij niet als werknemer en verzekerde in de zin van de ZW worden aangemerkt.
In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt en verwees naar eerder overgelegde documenten, zoals salarisafrekeningen en fiscale aanslagen, om aan te tonen dat er wel degelijk sprake was van een dienstbetrekking. De Raad oordeelde echter dat de rechtbank terecht had overwogen dat de door appellant ingebrachte gegevens onvoldoende waren om het bestaan van een dienstbetrekking op de datum in geding aan te tonen. De Raad benadrukte dat het risico van een onvolledige reconstructie van de situatie in het verleden voor rekening van appellant komt.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat het hoger beroep niet slaagde. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 16 oktober 2013.