Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 oktober 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant had eerder een uitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) aangevraagd, maar het Uwv had vastgesteld dat hij geen recht had op deze uitkering omdat hij niet arbeidsongeschikt was volgens de criteria van de wet. Het Uwv had in eerdere besluiten, waaronder een besluit van 6 december 2010 en een bestreden besluit van 27 mei 2011, geconcludeerd dat appellant met zijn beperkingen in staat was om bepaalde functies uit te oefenen, ondanks zijn lichamelijke en psychische klachten. De rechtbank had het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarop appellant in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 4 september 2013 heeft appellant, bijgestaan door zijn advocaat, zijn standpunt toegelicht. Hij voerde aan dat de rechtbank de medische grondslag van het bestreden besluit ten onrechte had onderschreven en dat zijn klachten onvoldoende waren meegenomen in de beoordeling. Appellant overhandigde informatie van een medisch adviseur ter ondersteuning van zijn standpunt. De Raad heeft echter geoordeeld dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat er voldoende onderbouwing was voor de vastgestelde beperkingen en de geschiktheid voor de geduide functies.
De Raad concludeerde dat het Uwv op juiste gronden had vastgesteld dat appellant met ingang van 18 oktober 2010 geen recht had op een WIA-uitkering. Het hoger beroep van appellant werd afgewezen en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten, aangezien het verzoek om schadevergoeding ook werd afgewezen.