ECLI:NL:CRVB:2013:2064
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstand en terugvordering kosten bij schending inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstand van appellanten, van Armeense afkomst, die sinds 1999 in Nederland wonen. Appellanten ontvingen vanaf 23 januari 2008 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Naar aanleiding van een anonieme melding heeft de Sociale Recherche Flevoland een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. Dit onderzoek, dat onder andere een huiszoeking op 28 januari 2011 omvatte, leidde tot de conclusie dat appellanten hun inlichtingenverplichting niet zijn nagekomen. Ze hebben geen informatie verstrekt over de werkzaamheden van appellant als autohandelaar, de schoonmaakwerkzaamheden van appellante, en over hun vermogen, dat onder andere juwelen en contant geld omvatte, welke bij de huiszoeking zijn aangetroffen. Het college van burgemeester en wethouders van Urk heeft daarop besloten de bijstand met terugwerkende kracht in te trekken en de gemaakte kosten van bijstand terug te vorderen, tot een bedrag van € 56.824,36.
De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft het beroep van appellanten tegen dit besluit ongegrond verklaard. Appellanten hebben in hoger beroep aangevoerd dat de onderzoeksbevindingen onvoldoende feitelijke grondslag bieden voor de conclusie dat appellant activiteiten als autohandelaar heeft verricht. Ook stelden zij dat zij de Nederlandse taal niet goed machtig waren tijdens de verhoren, wat hun verklaringen zou beïnvloeden. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de onderzoeksresultaten voldoende bewijs leveren voor de schending van de inlichtingenverplichting. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij niet in staat waren om de juiste informatie te verstrekken. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat de intrekking van de bijstand en de terugvordering van de kosten rechtmatig waren.