Uitspraak
OVERWEGINGEN
14 oktober 2009 gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en het Uwv opgedragen om met inachtneming van deze uitspraak opnieuw op het bezwaar te beslissen.
55 tot 65%. Aan het bestreden besluit liggen (aanvullende) rapporten van een bezwaarverzekeringsarts van 7 juli 2010 en van een bezwaararbeidsdeskundige van 18 juli 2010 ten grondslag.
27 mei 2010 geen hoger beroep is ingesteld, voor het onderhavige geschil nog vier aspecten resteren. Vervolgens heeft de rechtbank geoordeeld dat de bezwaarverzekeringsarts met de gegeven uitleg inzake de vervoersbeperking van appellant in het rapport van 7 juli 2010, dat ten grondslag ligt aan het bestreden besluit, geen invulling heeft gegeven aan de door de rechtbank gevraagde motivering nu niet is toegelicht waarom de functie van inkoper, in welke functie auto gereden moet worden, passend is voor appellant. Het bestreden besluit komt derhalve wegens strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in aanmerking voor vernietiging. De rechtbank heeft vervolgens aanleiding gezien het subsidiaire standpunt van het Uwv te volgen dat de functie van inkoper buiten beschouwing gelaten dient te worden, maar dat het vervullen van deze functie geen invloed heeft op de vastgestelde arbeidsongeschiktheidsklasse van 55 tot 65%. Ten aanzien van het medicatiegebruik overweegt de rechtbank dat de bezwaarverzekeringsarts heeft aangetoond dat bij de door appellant gebruikte medicatie geen contra-indicaties bestaan met betrekking tot handelingstempo en besturen van voertuigen. Uit de overgelegde medische informatie valt niet af te leiden dat er een causaal verband is tussen de door appellant aangegeven klachten en zijn medicijngebruik. Dit geldt ook ten aanzien van de uit de bloed- en leverwaarden vastgestelde afwijkingen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand gelaten kunnen worden.
1 februari 2012, alsmede een nadere reactie van Donkers van 13 september 2012. Bij brief van 27 december 2012 heeft appellant nog aanvullende medische informatie ingediend.
15 augustus 2011 en van de bezwaararbeidsdeskundige van 23 augustus 2011. In reactie op de door appellant ingediende rapporten van Donkers heeft het Uwv rapporten overgelegd van de bezwaarverzekeringsarts van 4 april 2012 alsmede 29 oktober 2012 en van de bezwaararbeidsdeskundige van 12 april 2012 en van 6 november 2012.
21 oktober 2009 in het bijzonder is gewezen op het gebruik van diclofenac en buscopan. In dit licht is de bezwaarverzekeringsarts in zijn rapport van 7 juli 2010 dan ook terecht met name ingegaan op het gebruik van deze twee medicijnen. Voorts was het gebruik van de overige medicatie door appellant bij het Uwv bekend en is daarmee bij de beoordeling door de (bezwaar)verzekeringsartsen rekening gehouden. Er zijn geen aanknopingspunten om de bezwaarverzekeringsarts niet te volgen in zijn rapport van 7 juli 2010 waar hij stelt dat niet gebleken is dat bij appellant sprake is (geweest) van voortdurende (meer dan zes weken) bijwerkingen.
(SBC-code 516080, 11 arbeidsplaatsen), Magazijnmedewerker (SBC-code 111220, 10 arbeidsplaatsen) en Wikkelaar (SBC-code 267050, 7 arbeidsplaatsen). Vervolgens is vastgesteld dat daardoor niet (meer) wordt voldaan aan de voorwaarden van het OSB. De Raad heeft het Uwv verzocht te laten weten welke gevolgen hij aan het voorgaande zal verbinden.
22 januari 2013 overgelegd, waarin deze heeft geconcludeerd dat binnen de
SBC-code 267050 nog een functie in het verlengde is te duiden, namelijk de functie van Monteur/monteuse met 24 arbeidsplaatsen, waardoor het aantal arbeidsplaatsen in deze
SBC-code op 31 komt en wordt voldaan aan de voorwaarden van het OSB. De mate van arbeidsongeschiktheid op de datum in geding blijft ongewijzigd 55 tot 65%. Bij brief van 5 april 2013 heeft het Uwv het rapport van de bezwaararbeidsdeskundige van 2 april 2013 overgelegd waarin de signaleringen van de bijgeduide functie zijn toegelicht, alsmede die van de overige geduide functies. Tevens heeft het Uwv in deze brief vermeld dat er tussen de functies Wikkelaar en Monteur/monteuse een voldoende mate van verwantschap bestaat aangezien beide functies binnen dezelfde SBC-code zijn opgenomen. Bij brief van 15 april 2013 heeft het Uwv nog een rapport van de arbeidsdeskundig analist van 10 april 2013 overgelegd, waarin deze concludeert dat er voldoende verwantschap bestaat wat betreft niveau en richting van bekwaamheden, werksoort inhoudelijk en de zogenoemde 65% eis. Tenslotte heeft het Uwv bij brief van 7 juni 2013 nog het rapport van de bezwaararbeidsdeskundige van 4 juni 2013 overgelegd, waarin deze de functie van Wikkelaar heeft geactualiseerd naar 20 mei 2008. Het mediane loon is hierdoor gewijzigd, maar dit heeft geen gevolgen voor de schatting. De mate van arbeidsongeschiktheid wijzigt niet.
BESLISSING
A.I. van der Kris als leden, in tegenwoordigheid van I.J. Penning als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 9 oktober 2013.