Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
A.I. van der Kris als leden, in tegenwoordigheid van M.P. Ketting als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 2 oktober 2013.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant, die in Duitsland als boekhouder en personeelsfunctionaris werkte, zich op 24 juli 2008 ziek gemeld. Na een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had vernietigd, heeft het Uwv op 21 januari 2011 vastgesteld dat appellant geen recht op een uitkering op grond van de Wet WIA had, omdat hij per 22 juli 2010 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Het bezwaar van appellant tegen dit besluit werd op 13 april 2011 ongegrond verklaard. De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond, waarbij zij oordeelde dat de bezwaarverzekeringsarts de relevante medische informatie voldoende had betrokken bij het opstellen van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML).
In hoger beroep betoogde appellant dat zijn beperkingen, voortvloeiend uit de diagnose van de stoornis van Asperger, waren onderschat en dat hij met deze stoornis geen werkzaamheden in loondienst kon volhouden. De Centrale Raad van Beroep heeft het oordeel van de rechtbank onderschreven en voegde daaraan toe dat er geen steun werd gevonden in het psychiatrische rapport voor de stelling van appellant. De Raad concludeerde dat de bezwaarverzekeringsarts de diagnose van Asperger had betrokken bij het vaststellen van de beperkingen en dat er geen nieuwe gegevens waren ingediend die het standpunt van de rechtbank konden ondermijnen.
De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en oordeelde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 2 oktober 2013.