ECLI:NL:CRVB:2013:1643
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toegenomen arbeidsongeschiktheid van een projectmanager met chronische leukemie
In deze zaak heeft appellante, een projectmanager die lijdt aan chronische leukemie, hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat haar aanvraag voor herziening van de WAO-uitkering heeft afgewezen. Appellante had zich per 8 maart 2009 toegenomen arbeidsongeschikt gemeld, maar het Uwv oordeelde dat er geen sprake was van een toename van haar beperkingen ten opzichte van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 29 december 2005. De rechtbank Breda had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 4 september 2013 behandeld. Tijdens de zitting op 24 juli 2013 is appellante vertegenwoordigd door A. Ooms, terwijl het Uwv werd vertegenwoordigd door drs. M.P.W.M. Wiertz. De Raad heeft vastgesteld dat het medisch onderzoek dat aan het bestreden besluit ten grondslag ligt, zorgvuldig is uitgevoerd. De Raad heeft de argumenten van appellante, waaronder een schrijven van haar behandelend arts, beoordeeld, maar concludeert dat er geen nieuwe feiten zijn die de eerdere oordelen van de verzekeringsarts en bezwaarverzekeringsarts ondermijnen.
De Raad bevestigt dat de vermoeidheidsklachten en andere symptomen van appellante niet zijn toegenomen en dat het Uwv terecht de aanvraag voor herziening van de WAO-uitkering heeft afgewezen. De uitspraak van de rechtbank Breda wordt bevestigd, en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 4 september 2013.