ECLI:NL:CRVB:2013:1391
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking van rechter in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 augustus 2013 een verzoek om wraking afgewezen. Verzoeker had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Groningen, en tijdens de zitting op 26 juni 2013 heeft verzoeker verzocht om wraking van de behandelend rechter, mr. M. Greebe. Verzoeker stelde dat de rechter niet goed naar hem luisterde en dat er een ongelijke behandeling was ten opzichte van de gemachtigde van het Uwv.
De Raad heeft het verzoek om wraking beoordeeld aan de hand van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt om een rechter te wraken op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel kunnen trekken. De Raad concludeerde dat er geen aanknopingspunten waren voor de stelling van verzoeker dat het proces-verbaal van de zitting geen getrouwe weergave bevatte van hetgeen ter zitting was verhandeld.
De Raad oordeelde dat de rechter uitvoerig had gereageerd op de inbreng van verzoeker en dat er geen aanwijzingen waren dat de rechter niet goed luisterde of dat er sprake was van vooringenomenheid. De omstandigheden die verzoeker aanvoerde, gaven geen aanleiding om te twijfelen aan de onpartijdigheid van de rechter.
Uiteindelijk werd het verzoek om wraking afgewezen, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op 5 augustus 2013. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter A. Beuker-Tilstra en de leden J. Brand en J.P.M. Zeijen, met J.T.P. Pot als griffier.