ECLI:NL:CRVB:2012:BY5215
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag financiële tegemoetkoming voor woningaanpassing op basis van Wmo
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 december 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Groningen. De appellant, A. te B., had een aanvraag ingediend voor een financiële tegemoetkoming voor de aanpassing van zijn woning in Winsum, omdat hij lijdt aan de progressieve neurologische ziekte Primaire Laterale Sclerose (PLS). De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winsum, omdat appellant zonder overleg met het college de woning had gekocht en zonder goedkeuring was begonnen met de aanpassingen. De rechtbank had deze afwijzing bevestigd, waarop appellant in hoger beroep ging.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant in 2008 naar Groningen was verhuisd om dichter bij zijn sociale netwerk te zijn, maar dat hij een woning met twee verdiepingen had gekocht, terwijl hij wist dat hij aanpassingen nodig zou hebben vanwege zijn ziekte. De Raad oordeelde dat het college terecht had gesteld dat appellant zich vóór de aankoop van de woning had moeten wenden tot de gemeente voor overleg over alternatieven, zoals het verkrijgen van een gelijkvloerse woning. De Raad concludeerde dat appellant niet had aangetoond dat de afwijzing van zijn aanvraag zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.
De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag op basis van artikel 19 van de Verordening Individuele Voorzieningen gemeente Winsum terecht was. De Raad benadrukte dat appellant, ondanks zijn ziekte, een risico had genomen door een woning te kopen die niet voldeed aan zijn toekomstige behoeften. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met H.J. de Mooij als voorzitter, en werd openbaar uitgesproken op 5 december 2012.