ECLI:NL:CRVB:2012:BY4479
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van Ziektewet-uitkering na medisch onderzoek en beoordeling van psychische klachten
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de beëindiging van haar Ziektewet (ZW)-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellante, die als meubelstikster werkte, had zich op 15 juni 2009 ziek gemeld met hoofdpijn- en gewrichtsklachten. De verzekeringsarts heeft op 1 december 2009 de diagnose fibromyalgie gesteld en geconcludeerd dat appellante niet langer ongeschikt was voor haar werk. De ZW-uitkering werd per die datum beëindigd. Appellante heeft bezwaar gemaakt, maar het Uwv verklaarde dit ongegrond. De rechtbank oordeelde dat het Uwv onvoldoende had gemotiveerd waarom de verklaring van reumatoloog Aerts, die werkhervatting uitsloot, niet gevolgd kon worden. Het Uwv moest een nieuw besluit nemen.
In het vervolg heeft het Uwv opnieuw het bezwaar ongegrond verklaard, waarbij het rapport van bezwaarverzekeringsarts A.J. Hoffman werd ingediend. De rechtbank oordeelde dat het Uwv voldoende had gemotiveerd waarom de reumatoloog niet gevolgd moest worden en dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd. Appellante stelde in hoger beroep dat de rechtbank en het Uwv de bevindingen van haar behandelend specialisten negeerden, maar de Raad oordeelde dat er geen nieuwe medische informatie was die de eerdere conclusies tegensprak.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het Uwv op goede gronden de ZW-uitkering van appellante had beëindigd. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer op 28 november 2012.