ECLI:NL:CRVB:2012:BY4291
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van het college tot medeterugvordering van bijstands kosten
In deze zaak gaat het om de bevoegdheid van het college tot medeterugvordering van bijstands kosten. Het geding is beperkt tot de vraag of het college met het bestreden besluit een juiste uitvoering heeft gegeven aan de uitspraak van de rechtbank van 27 mei 2009. De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het college de medeterugvordering correct heeft uitgevoerd. De appellant, vertegenwoordigd door mr. R. Kaya, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo van 24 november 2010. De rechtbank had eerder het beroep van appellant tegen het besluit van 29 januari 2008 gegrond verklaard en het college opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. De rechtbank oordeelde dat de appellant en [Ç] gedurende bepaalde perioden een gezamenlijke huishouding hebben gevoerd, wat leidde tot de intrekking van de bijstand van [Ç] en de terugvordering van teveel betaalde bijstand. De Raad overweegt dat de rechtbank in haar eerdere uitspraak de beroepsgronden van appellant met betrekking tot de medeterugvordering uitdrukkelijk heeft verworpen. Aangezien er geen hoger beroep is ingesteld tegen die uitspraak, heeft deze kracht van gewijsde. De Raad concludeert dat de in hoger beroep ingediende gronden van appellant geen doel treffen, omdat deze betrekking hebben op de medeterugvordering die al eerder is beoordeeld. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.