ECLI:NL:CRVB:2012:BY2428
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de ZW-uitkering na medisch onderzoek en beoordeling van psychische klachten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 november 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de Ziektewet (ZW)-uitkering van appellant, die eerder ziek was gemeld na een bedreiging met een vuurwapen in 2009. Appellant, die als buurthuisconciërge werkte, had zich op 21 juni 2009 ziek gemeld met psychische klachten. De ZW-uitkering werd hem toegekend, maar na meerdere medische onderzoeken door verzekeringsarts M. Copier-Werrie en een psychologe, F. Kamphorst, werd vastgesteld dat zijn situatie was verbeterd. Op 17 mei 2010 besloot het Uwv de ZW-uitkering per 24 mei 2010 te beëindigen, omdat appellant niet langer ongeschikt werd geacht voor zijn werk.
Appellant ging in hoger beroep tegen deze beslissing, waarbij hij aanvoerde dat het Uwv onvoldoende rekening had gehouden met zijn klachten en dat er geen zorgvuldig onderzoek was gedaan naar zijn psychische toestand. De rechtbank Utrecht had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat het Uwv op goede gronden had besloten de uitkering te beëindigen, en dat appellant in hoger beroep geen nieuwe medische informatie had overgelegd die zijn ongeschiktheid voor arbeid kon onderbouwen. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat de medische onderzoeken voldoende zorgvuldig waren uitgevoerd.
De uitspraak bevestigt dat de beëindiging van de ZW-uitkering rechtmatig was, en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met C.P.J. Goorden als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op 7 november 2012.