ECLI:NL:CRVB:2012:BY2424
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de ZW-uitkering van appellante na beoordeling door bezwaarverzekeringsarts
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het Uwv om haar recht op ziekengeld met ingang van 19 februari 2010 te beëindigen. Appellante, die een uitkering ontving op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), had zich ziek gemeld vanwege rug- en vermoeidheidsklachten na haar werk als medewerkster testpanel. De verzekeringsarts B.E.M. Bolhaar concludeerde dat appellante geschikt was voor haar laatst verrichte werk, wat leidde tot de beëindiging van haar ziekengeld. Appellante betwistte de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek en voerde aan dat haar klachten niet goed waren beoordeeld.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de bezwaarverzekeringsarts voldoende informatie had om de medische geschiktheid van appellante te beoordelen. De Raad oordeelde dat het Uwv een juiste maatstaf had gehanteerd en dat er geen (toegenomen) beperkingen waren vastgesteld die de geschiktheid van appellante voor haar werk in de weg stonden. De Raad concludeerde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de argumenten van appellante niet voldoende onderbouwd waren met medische informatie.
Uiteindelijk bevestigde de Centrale Raad van Beroep de eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin het beroep van appellante ongegrond was verklaard. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om de proceskosten te vergoeden, aangezien er geen termen aanwezig waren om dit te rechtvaardigen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer op 7 november 2012.