ECLI:NL:CRVB:2012:BY2372
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van loonkostensubsidie en geschil over arbeidsmedische keuring
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 november 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van een loonkostensubsidie voor appellant, die sinds 1999 werkzaam was in een ID-baan. De appellant, die in hoger beroep ging, stelde dat er een discrepantie bestond tussen de aangevallen uitspraak en een eerdere uitspraak van de rechtbank van 15 juni 2007. In die eerdere uitspraak werd geoordeeld dat een arbeidsmedische keuring noodzakelijk was om de mogelijkheden van appellant voor reguliere arbeid vast te stellen. De rechtbank had destijds bepaald dat de loonkostensubsidie niet beëindigd mocht worden zonder het uitvoeren van dit onderzoek.
De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de rechtbank in de aangevallen uitspraak voldoende heeft gemotiveerd waarom het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam de loonkostensubsidie mocht beëindigen. De Raad stelde vast dat de appellant nooit expliciet had aangegeven dat hij door gezondheidsklachten of medische beperkingen niet in reguliere arbeid kon werken, wat niet in lijn was met het feit dat hij al geruime tijd voor 75% reguliere arbeid verrichtte. De Raad concludeerde dat het college voldoende steun had geboden aan de appellant bij het vinden van een reguliere baan en dat de eerdere uitspraak van de rechtbank niet langer als bindend kon worden beschouwd.
De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met J.P.M. Zeijen als voorzitter en R.M. van Male en P.W. van Straalen als leden, in aanwezigheid van griffier R. Scheffer. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 6 november 2012.