ECLI:NL:CRVB:2012:BX9666
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van bijstand en oplegging van boete wegens niet gemelde inkomsten uit hennepkwekerij
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 oktober 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Groningen. De appellant, A. te B., had een hennepkwekerij en ontving hieruit inkomsten, maar heeft deze inkomsten niet gemeld bij het college van burgemeester en wethouders van De Marne. Hierdoor is hem ten onrechte te veel bijstand verstrekt. Het college heeft daarop besloten om de te veel verstrekte bijstand terug te vorderen en een boete op te leggen. De appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college heeft dit bezwaar ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 21 augustus 2012 was de appellant vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. F. Bakker, terwijl het college niet aanwezig was. De rechtbank heeft in haar eerdere uitspraak het beroep van de appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte geen consequenties heeft verbonden aan de afwezigheid van het college en dat de terugvordering en boete te hoog zijn vastgesteld.
De Raad heeft overwogen dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de zaak inhoudelijk kon worden behandeld ondanks de afwezigheid van het college. Ook heeft de Raad geoordeeld dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat de opstartkosten van de hennepkwekerij zijn gemaakt, en dat de hoogte van de opgelegde boete in overeenstemming is met de geldende regelgeving. De Raad heeft het hoger beroep van de appellant afgewezen en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd.