ECLI:NL:CRVB:2012:BX9066
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van Ziektewet-uitkering op basis van medische en arbeidskundige beoordeling
In deze zaak heeft appellant, die als grondwerker werkzaam was, hoger beroep ingesteld tegen de beëindiging van zijn Ziektewet (ZW)-uitkering. Appellant was op 7 april 2010 uitgevallen door rugklachten, hoofdpijn en sinusklachten, waarna hem een ZW-uitkering werd toegekend. Op 31 mei 2010 heeft verzekeringsarts E. von Bóné appellant onderzocht en geconcludeerd dat hij, na een korte herstelperiode, weer volledig geschikt was voor zijn werk. De ZW-uitkering werd per 7 juni 2010 beëindigd. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het Uwv verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank 's-Gravenhage heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, wat appellant in hoger beroep aanvecht.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en de overwegingen van de rechtbank onderschreven. De Raad oordeelt dat de verzekeringsarts en de bezwaarverzekeringsarts voldoende informatie hebben verzameld om te concluderen dat appellant in staat is zijn werk als grondwerker te verrichten. Appellant heeft geen medische informatie overgelegd die zijn stelling ondersteunt dat zijn beperkingen zijn onderschat. De Raad concludeert dat het Uwv op goede gronden heeft besloten de ZW-uitkering te beëindigen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.