ECLI:NL:CRVB:2012:BX7647

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
5 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10-3628 AWBZ
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herroeping van de vaststelling van de eigen bijdrage door het CAK

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 september 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Het betreft een geschil tussen CAK B.V. (het CAK) en een betrokkene, vertegenwoordigd door mr. J.F. van Dijk. De rechtbank had eerder het beroep van de betrokkene gegrond verklaard en het besluit van het CAK van 3 november 2009 vernietigd. Dit besluit betrof de vaststelling van de eigen bijdrage van de betrokkene over de periode van 1 januari 2008 tot en met 30 oktober 2008, welke werd herroepen en vastgesteld op nihil. Tevens werd het CAK veroordeeld tot betaling van proceskosten aan de betrokkene.

In hoger beroep heeft het CAK zich beperkt tot de stelling dat het ten onrechte was veroordeeld tot het vergoeden van proceskosten, omdat de gemachtigde van de betrokkene geen beroepsmatige rechtsbijstand zou hebben verleend. De Raad heeft echter, na het verhandelde ter zitting en de beschikbare stukken te hebben bekeken, geoordeeld dat de rechtsbijstand door mr. Van Dijk als beroepsmatig kan worden aangemerkt. De Raad heeft geen reden gevonden om het oordeel van de rechtbank te betwisten en heeft het hoger beroep van het CAK afgewezen.

De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en legde een griffierecht van € 448,-- op aan het CAK. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met R.M. van Male als voorzitter en H.J. de Mooij en M.I. ’t Hooft als leden, in aanwezigheid van griffier P.J.M. Crombach. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 5 september 2012.

Uitspraak

gerectificeerde uitspraak 10/3628 AWBZ
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 12 mei 2010, 09/4208 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
CAK B.V. (het CAK)
[A. te B.]
Datum uitspraak 5 september 2012.
PROCESVERLOOP
Het CAK heeft hoger beroep ingesteld.
Namens betrokkene heeft mr. J.F. van Dijk een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 maart 2012. Het CAK heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.A.H. Gatzen. Voor betrokkene is verschenen mr. Van Dijk.
OVERWEGINGEN
1. Voor een uitgebreidere weergave van de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden wordt verwezen naar de aangevallen uitspraak. De Raad volstaat met het volgende.
2. De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak het beroep tegen het besluit op bezwaar van 3 november 2009 gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de eerdere besluiten van het CAK over het vaststellen van de eigen bijdrage van betrokkene over de periode van 1 januari 2008 tot en met 30 oktober 2008 worden herroepen en dat de eigen bijdrage over die periode wordt vastgesteld op nihil. Verder heeft de rechtbank het CAK veroordeeld in de proceskosten tot een bedrag van € 874,--, te betalen aan betrokkene.
3. Het CAK heeft ter zitting het hoger beroep beperkt tot het standpunt dat het ten onrechte is veroordeeld tot het vergoeden van proceskosten aan betrokkene, omdat niet is gebleken dat de gemachtigde van betrokkene beroepsmatig rechtsbijstand heeft verleend.
4. Artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht geeft de rechtbank de bevoegdheid om een partij te veroordelen in de kosten die een andere partij in verband met de behandeling van het beroep bij de rechtbank redelijkerwijs heeft moeten maken.
5. De Raad heeft geen reden om het oordeel van de rechtbank onjuist te achten. Gelet op het verhandelde ter zitting en de beschikbare stukken merkt de Raad de door de gemachtigde Van Dijk aan betrokkene verleende rechtsbijstand aan als beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De stelling van het CAK slaagt niet.
6. Het vorenstaande betekent dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
7. De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- bepaalt dat van het CAK een griffierecht van € 448,-- wordt geheven.
Deze uitspraak is gedaan door R.M. van Male als voorzitter en H.J. de Mooij en M.I. ’t Hooft als leden, in tegenwoordigheid van P.J.M. Crombach als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 5 september 2012.
(getekend) R.M. van Male
(getekend) P.J.M. Crombach
NK