ECLI:NL:CRVB:2012:BX6549
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak gaat het om de herziening van de WAO-uitkering van appellant, die oorspronkelijk was vastgesteld op 80 tot 100% arbeidsongeschiktheid, maar per 19 januari 2009 is herzien naar 65 tot 80%. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze herziening, maar het Uwv heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. Vervolgens heeft appellant beroep ingesteld bij de rechtbank. Tijdens de procedure heeft appellant ook een verzoek om schadevergoeding ingediend wegens overschrijding van de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6 van het EVRM. Het Uwv heeft dit verzoek afgewezen, met de stelling dat er pas aanspraak op schadevergoeding kan zijn na de procedure bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen de afwijzing van het verzoek om schadevergoeding ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat de redelijke termijn in de bestuurlijke fase met meer dan een maand was overschreden, maar dat deze overschrijding gerechtvaardigd was door de omstandigheden van de zaak. In hoger beroep heeft appellant betoogd dat hij de vertraging niet heeft veroorzaakt en heeft hij verzocht om schadevergoeding van € 500,-.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak bevestigd dat artikel 6 van het EVRM niet van toepassing is in de bezwaarfase, zolang het geschil niet aan de rechter is voorgelegd. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv terecht het verzoek om schadevergoeding heeft afgewezen, omdat appellant nog geen beroepschrift had ingediend tegen de beslissing op bezwaar ten tijde van het verzoek om schadevergoeding. De Raad heeft ook opgemerkt dat de totale duur van de procedure van het bezwaarschrift tot de uitspraak van de rechtbank meer dan twee jaar heeft geduurd, wat een overschrijding van de redelijke termijn met zich meebracht, maar dat de Staat inmiddels een schadevergoeding van € 1000,- had aangeboden aan appellant, waarmee de schade was vergoed. De Raad heeft het hoger beroep van appellant afgewezen en de aangevallen uitspraak bevestigd.