ECLI:NL:CRVB:2012:BX5226
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en medische beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de herziening van de WAO-uitkering van appellante, die sinds juli 2002 arbeidsongeschikt is door psychosomatische klachten en complicaties van buikoperaties. Aanvankelijk was haar uitkering vastgesteld op 80 tot 100% arbeidsongeschiktheid, maar na een herbeoordeling in 2009 is deze herzien naar 45 tot 55%. Appellante heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij zij betwist dat het medische onderzoek voldoende zorgvuldig is geweest en dat haar beperkingen zijn onderschat.
De Centrale Raad van Beroep heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd, die oordeelde dat het medische onderzoek door de bezwaarverzekeringsarts zorgvuldig was. Deze arts had dossieronderzoek verricht, de hoorzitting bijgewoond en appellante onderzocht. De bezwaarverzekeringsarts concludeerde dat de belastbaarheid van appellante niet was overschat en dat de voorbeeldfuncties passend waren. Appellante voerde aan dat het besluit van 17 augustus 2010, waarin zij weer volledig arbeidsongeschikt werd geacht, relevant was voor haar zaak, maar de rechtbank oordeelde dat dit besluit niet betrekking had op de datum in geding.
De Raad heeft vastgesteld dat er geen aanleiding is om de eerdere conclusies van de bezwaarverzekeringsarts en de bezwaararbeidsdeskundige te herzien. Het rapport van psychiater Remijnse, dat door appellante was ingebracht, werd niet als voldoende overtuigend beschouwd om het eerdere oordeel te wijzigen. De Raad heeft daarom het hoger beroep van appellante afgewezen en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep en is openbaar uitgesproken op 22 augustus 2012.