ECLI:NL:CRVB:2012:BV6119
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WAO
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 februari 2012 uitspraak gedaan over een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 26 maart 2010. Verzoeker, die in deze procedure werd vertegenwoordigd, heeft het verzoek ingediend omdat hij het niet eens was met de eerdere uitspraak waarin de datum van toename van zijn beperkingen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) werd vastgesteld op 20 februari 2006. Verzoeker stelde dat zijn beperkingen al eerder waren toegenomen en heeft ter onderbouwing van zijn stelling diverse medische stukken ingediend.
De Raad heeft het verzoek om herziening afgewezen. In de overwegingen werd benadrukt dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, tenzij er sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden die aan de cumulatieve voorwaarden van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht voldoen. De Raad concludeerde dat verzoeker met zijn verzoek geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die aan deze voorwaarden voldoen. De Raad heeft vastgesteld dat verzoeker in wezen een discussie wilde openen over reeds bekende gegevens, wat niet passend is voor het rechtsmiddel van herziening.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met C.P.J. Goorden als voorzitter en B.M. van Dun en B. Barentsen als leden. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.