ECLI:NL:CRVB:2011:BU8625
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en de zorgvuldigheid van het medische onderzoek door het Uwv
In deze zaak gaat het om de herziening van de WAO-uitkering van appellant, die eerder was vastgesteld op 80 tot 100% arbeidsongeschiktheid. Na een medisch onderzoek door een verzekeringsarts van het Uwv, werd de mate van arbeidsongeschiktheid herzien naar 15 tot 25% per 5 maart 2010. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze herziening, maar het Uwv handhaafde zijn standpunt. De rechtbank Rotterdam verklaarde het beroep van appellant ongegrond, waarna appellant in hoger beroep ging bij de Centrale Raad van Beroep.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het door het Uwv verrichte medische onderzoek zorgvuldig was. Appellant was gehoord in aanwezigheid van een bezwaarverzekeringsarts en er was rekening gehouden met de medische informatie die door appellant was ingebracht. De Raad concludeerde dat de beperkingen van appellant correct waren vastgesteld en dat de belasting van de voorgehouden functies de mogelijkheden van appellant niet overschreed. De Raad bevestigde daarmee de uitspraak van de rechtbank.
Appellant stelde in hoger beroep dat de rechtbank onjuist had geoordeeld en dat het Uwv onzorgvuldig had gehandeld. De Raad vond echter geen aanleiding om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het onderzoek en de vaststelling van de beperkingen. De Raad wees ook het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen aanleiding was voor een veroordeling van het Uwv tot schadevergoeding of proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 14 december 2011.