ECLI:NL:CRVB:2011:BT6688
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van boete wegens schending inlichtingenverplichting door het Uwv
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Groningen, waarin het beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Het Uwv had appellant op 15 september 2008 een boete opgelegd van € 258,50 wegens schending van de inlichtingenverplichting. Appellant maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het Uwv verklaarde dit bezwaar op 20 januari 2009 ongegrond. Hierop heeft appellant hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 24 augustus 2011 heeft het Uwv aangegeven het besluit van 20 januari 2009 niet langer te handhaven. De Centrale Raad van Beroep, bestaande uit voorzitter H.G. Rottier en de leden B.M. van Dun en F.J.L. Pennings, heeft de aangevallen uitspraak vernietigd. De Raad heeft het beroep gegrond verklaard en het besluit van 20 januari 2009 vernietigd, evenals het besluit van 15 september 2008.
De Raad heeft tevens geoordeeld dat het Uwv in de proceskosten van appellant moet worden veroordeeld, die zijn begroot op € 1.242,-. Dit bedrag omvat de kosten in beroep en in hoger beroep, evenals de kosten die appellant in verband met de behandeling van het bezwaar heeft moeten maken. De Raad heeft bepaald dat het Uwv het door appellant betaalde griffierecht van in totaal € 149,- vergoedt. De uitspraak is gedaan in het openbaar op 5 oktober 2011.